De boer herontdekt zijn grond – de worm moet terug
– verschenen in nr. 11 De Groene Amsterdammer
‘Kijk hoe mooi het erbij ligt.’ John Huiberts stapt zijn akker op en steekt een schep in de grond. Met de schep op heuphoogte haalt hij zijn vingers door de rulle, bruine aarde, die onder zijn vingers uit elkaar brokkelt. Fijne draadjes van plantenwortels houden brokjes zand bij elkaar. ‘Hier doe ik het nou voor. Moet je ruiken.’ De aarde verspreidt een licht bittere, mosachtige geur. ‘Dit was ooit strand, nu ruikt het naar bosgrond.’
Lees het hele artikel in De Groene Amsterdammer