Boer en burger runnen boerderij: “Belangrijk dat je oorsprong van voedsel kent”
Pal tegenover Paleis Soestdijk ligt een nu nog kalend veld van zo’n 5,5 hectare. Alleen de knoflook laat zich halverwege maart al zien.
“Hier komt een laan met fruitbomen. Daar de wortelen, snijbieten, bonen, pastinaken, aardappelen, scharrelende kippen en een educatiecentrum voor de scholen in de buurt”, zegt bestuurslid Henk Vroom, een van de initiatiefnemers. Wat hier straks geoogst wordt, moet zo’n tweehonderd huishoudens gaan voeden.
De akker is onderdeel van De Willemshoeve, een boerderij uit 1834 die ooit eigendom was van de koninklijke familie. Inmiddels is het voormalige paardenpension omgedoopt tot herenboerderij en zijn tweehonderd huishoudens uit de omgeving de baas.
Zij verbouwen sinds vorig jaar samen met drie boeren in (parttime) loondienst ecologisch voedsel op het stuk land van 10 hectare. Ook houden ze koeien, straks komen daar kippen en varkens bij. De huishoudens kunnen het hele jaar door van het land eten. Daarbovenop krijgt de boerderij ook een sociale functie: de oude paardenstallen worden omgebouwd tot dagbestedingsplaats voor dementerende ouderen.
Eenmalig 2.000 euro betalen
Het woord herenboerderij verwijst oorspronkelijk naar een negentiende-eeuws systeem. Daarin namen kapitaalkrachtige boeren personeel in dienst om voor hen te werken. Bij de moderne herenboerderij is het precies andersom: de boeren werken in opdracht van de leden.
Dat gaat als volgt. Huishoudens betalen één keer 2.000 euro aan opstartkosten, bijvoorbeeld voor de landbouwmachines, de dieren en hun verblijven. Daarbij komt een wekelijkse contributie van zo’n 10 euro, waarmee onder andere het salaris van de boeren wordt betaald en de grond gepacht.
Leden krijgen hun investering terug in de vorm van oogst. Ieder weekend kunnen ze hun deel ophalen met daarin verse groenten, eieren en – voor wie wil – vlees. Meewerken op de boerderij is vrijblijvend, maar wordt aangemoedigd.
“Het is belangrijk dat je weet waar je voedsel vandaan komt, dat je kunt zien hoe het groeit”, zegt Marchien Plug-Nijenhuis, boerin bij De Willemshoeve. In de winter is er minder oogst, dus worden er ook cursussen conservatie en fermentatie gegeven. “We leven mee met de seizoenen en gebruiken geen chemische middelen.”
Goede aanvulling, maar geen vervanging
De herenboerderij kan een aanvulling zijn op ons huidige voedselsysteem, zegt Pieter de Wolf, onderzoeker van landbouwsystemen en projectleider bij Boerderij van de Toekomst. Hij denkt alleen niet dat het een het ander kan vervangen.
“Maar het is duidelijk dat we met elkaar op zoek moeten naar een vorm van landbouw die toekomstbestendig is. De herenboerderij past wat mij betreft in een breder palet aan oplossingen. Die maatschappelijke verbinding tussen burger en boer is sowieso heel waardevol”, zegt De Wolf.
Ik vraag me af of deze niche is weggelegd voor álle producenten en consumenten.
Wijnand Sukkel, onderzoeker van duurzame landbouw bij Wageningen University & Research, beaamt dat. “Ik vraag me alleen af of deze niche is weggelegd voor álle producenten en consumenten, van wie een groot deel in de stad woont. Daarvoor zouden we ons complete distributiesysteem moeten omgooien.”
Leden bepalen wat de boer verbouwt
Zoals De Willemshoeve zijn er nog vijftien andere herenboerderijen, waarvan de eerste in 2015 startte in Boxtel. Daarnaast zijn 35 boerderijen op dit moment aan het opstarten. Inmiddels hebben dertienduizend mensen zich aangesloten bij een (beginnende) herenboerderij. Achtduizend mensen kunnen er al van eten.
“Het begon allemaal met het idee om de keten te verkorten”, zegt Geert van der Veer, oprichter van Stichting Herenboeren Nederland. Op die manier wil hij mensen betrekken bij de voedselproductie, die milieuvriendelijk is en geen winstoogmerk kent. “Ik denk dat de landbouwtransitie niet alleen vanuit de boeren moet komen, maar dat de hele keten anders moet.”
Door boeren direct aan mensen uit de omgeving te koppelen, wil Van der Veer de tussenkomst van banken of supermarkten uitsluiten. Zo bepaalt niet de markt wat de boer verbouwt, maar doen de leden dat.
“We willen bijdragen aan de transitie van een sector die voor grote uitdagingen staat”, vervolgt Van der Veer, die zelf opgroeide tussen fruittelers en veehouders en voor landbouworganisatie LTO werkte. “Wij zijn niet dé oplossing voor de problemen in de sector, maar willen laten zien dat het ook op een andere manier kan.”